TOP_N

JOZUA DE HOGEPRIESTER  
 

De doop in het Nieuwe Testament

Boek blz. 245 en 246

<<<<<<<    MENU APPENDIX    >>>>>>>

 
 

Jozua de hogepriester

 

Te bestuderen teksten:

0

Een duidelijke illustratie hiervan vinden we in Zacharia 3, waar de geschiedenis beschreven wordt van de hogepriester Jozua, die door satan wordt aangeklaagd vanwege het feit, dat zijn hogepriesterlijke kleding vuil en besmet is.

 

Zach. 3

De aanklacht is fel en onverzoenlijk. Zo iemand kan immers niet dienen in de tempel van God. Hij moet toch het voorbeeld geven?

   
 

Het was in de tijd, dat de tempel en de priesterdienst in een erbarmelijke staat verkeerden en het is duidelijk, dat die toestand wordt afgebeeld in de kleding van Jozua.

   
 

Dan verschijnt er een ander in beeld, die het voor Jozua gaat opnemen. Deze vertegenwoordigt duidelijk Christus en deze spreekt de hogepriester vrij en voorziet hem van nieuwe schone priesterkleding. Dat is nu precies wat het evangelie ons vertelt.

   
 

De mens is zondig en verdient te sterven, maar Jezus treedt op als pleitbezorger en zorgt voor vrijspraak, waarna de mens volkomen wordt gerehabiliteerd en een nieuwe identiteit en nieuwe kleding ontvangt.

   
 

Veelzeggend is ook, dat de priester Jozua niet alleen nieuwe kleding ontvangt, maar dat het feestkleding genoemd wordt! Mensen, die in Christus de oude kleding afleggen, mogen voortaan feestkleding dragen! Het is een feest om met Christus bekleed te worden.

   
 

Opstaan met Christus uit de doop betekent aangekleed te worden met Christus’ heiligheid, aangedaan te worden met de goddelijke natuur van Jezus.
Sinds de val van Adam en Eva is God bezig om de mens aan te kleden en zijn naaktheid te bedekken. Eerst probeerde de mens het zelf. Hij voelde zich na het zondigen en de ongehoorzaamheid aan God zo verschrikkelijk zondig en naakt, dat hij zocht naar een bedekking om zich aan te kleden.

   
 

In dat opzicht was hij nog wel een beginneling en hij kwam niet verder dan de bladeren van de vijgenboom. Ik noem dat altijd maar ‘vijgenlook’. Het hielp niet veel, want toen God in de buurt kwam, schaamden zij zich zo, dat zij zich voor God verborgen hielden.

   
 

Natuurlijk heeft dit een geestelijke strekking en duidt het op de geestelijke naaktheid, die een mens ondervindt, wanneer hij heeft gezondigd.

   
 

In de hof van Eden ontstond ook het eerste symbool van de Christus-kleding, waar we over spreken. God bekleedde de mens met dierenhuiden en daar moest toch minstens een dier het leven voor geven. In dit plaatsvervangende offer ter bekleding is een geestelijke strekking.

   

Het wijst heen naar het offer van de Heer Jezus Christus, die zijn leven gaf om de mens een bekleding te geven voor zijn geestelijke naaktheid. Waar ontkleding is, waar reiniging is, daar is ook weer aankleding en dat is precies wat de tekst in Galaten zegt. Een ieder die in Christus gedoopt is, wordt met Christus bekleed!

   
 
 
 

<<<<<<<    MENU ONDERWERPEN    >>>>>>>