Jozua
de hogepriester |
|
Te bestuderen teksten: |
Een
duidelijke illustratie hiervan vinden we in Zacharia 3,
waar de geschiedenis beschreven wordt van de
hogepriester Jozua, die door satan wordt aangeklaagd
vanwege het feit, dat zijn hogepriesterlijke kleding
vuil en besmet is. |
|
Zach. 3 |
De aanklacht
is fel en onverzoenlijk. Zo iemand kan immers niet
dienen in de tempel van God. Hij moet toch het voorbeeld
geven? |
|
|
Het was in
de tijd, dat de tempel en de priesterdienst in een
erbarmelijke staat verkeerden en het is duidelijk, dat
die toestand wordt afgebeeld in de kleding van Jozua. |
|
|
Dan
verschijnt er een ander in beeld, die het voor Jozua
gaat opnemen. Deze vertegenwoordigt duidelijk Christus
en deze spreekt de hogepriester vrij en voorziet hem van
nieuwe schone priesterkleding. Dat is nu precies wat het
evangelie ons vertelt. |
|
|
De mens is
zondig en verdient te sterven, maar Jezus treedt op als
pleitbezorger en zorgt voor vrijspraak, waarna de mens
volkomen wordt gerehabiliteerd en een nieuwe identiteit
en nieuwe kleding ontvangt. |
|
|
Veelzeggend
is ook, dat de priester Jozua niet alleen nieuwe kleding
ontvangt, maar dat het feestkleding genoemd wordt!
Mensen, die in Christus de oude kleding afleggen, mogen
voortaan feestkleding dragen! Het is een feest om met
Christus bekleed te worden. |
|
|
Opstaan
met Christus uit de doop betekent aangekleed te worden
met Christus’ heiligheid, aangedaan te worden met de
goddelijke natuur van Jezus.
Sinds de val van Adam en Eva is God bezig om de mens aan
te kleden en zijn naaktheid te bedekken. Eerst probeerde
de mens het zelf. Hij voelde zich na het zondigen en de
ongehoorzaamheid aan God zo verschrikkelijk zondig en
naakt, dat hij zocht naar een bedekking om zich aan te
kleden. |
|
|
In dat
opzicht was hij nog wel een beginneling en hij kwam niet
verder dan de bladeren van de vijgenboom. Ik noem dat
altijd maar ‘vijgenlook’.
Het hielp niet veel, want toen God in de buurt kwam,
schaamden zij zich zo, dat zij zich voor God verborgen
hielden. |
|
|
Natuurlijk
heeft dit een geestelijke strekking en duidt het op de
geestelijke naaktheid, die een mens ondervindt, wanneer
hij heeft gezondigd. |
|
|
In de hof
van Eden ontstond ook het eerste symbool van de
Christus-kleding, waar we over spreken. God bekleedde de
mens met dierenhuiden en daar moest toch minstens een
dier het leven voor geven. In dit plaatsvervangende
offer ter bekleding is een geestelijke strekking. |
|
|
Het wijst
heen naar het offer van de Heer Jezus Christus, die zijn
leven gaf om de mens een bekleding te geven voor zijn
geestelijke naaktheid. Waar ontkleding is, waar
reiniging is, daar is ook weer aankleding en dat is
precies wat de tekst in Galaten zegt. Een ieder die in
Christus gedoopt is, wordt met Christus bekleed! |
|
|
|