|
God
ontmoet Zijn volk |
|
Te bestuderen teksten: |
|
Na de
uittocht uit Egypte kwam Israël bij de Sinaï, waar zij
de wet van God ontving. Daartoe moest een ontmoeting
plaatshebben. Voordat dit echter plaats kon vinden, moest
er eerst heiliging komen, hetgeen overeenkomt met het
woord: ’dat zonder heiligmaking niemand de Here zien
zal’. |
|
Hebr. 12:14 |
|
Mozes
ontving de opdracht om het volk te ‘heiligen’ wat wilde
zeggen
dat zij zich 2 dagen moesten afzonderen van alle normale
bezigheden, hun klederen moesten wassen, waarna God zich
op de 3e dag aan hen openbaarde. |
|
|
|
Mozes
heiligde hen... maar het volk zelf was daar actief bij
betrokken! Dit kan
worden doorgetrokken naar de Heer, die door Mozes
vertegenwoordigd werd. |
|
|
|
‘Hij, die heiligt, en zij, die geheiligd worden,
zijn allen uit één. |
|
|
Hebr. 2:11 |
|
God zelf
is bezig om Zijn volk af te zonderen tot Zijn dienst,
maar tegelijkertijd is een
ieder zelf verantwoordelijk
om zich te heiligen.
Dit lijkt tegenstrijdig, maar vanuit geestelijk oogpunt
is dit volkomen logisch.
God laat de mens zijn vrije wil, zodat hij
verantwoordelijk is inzake zijn bereidheid om God in
zich te laten werken. |
|
|
|
