Heiliging in de nieuwe schepping |
|
Te bestuderen teksten: |
Als we dit
nu doortrekken naar de nieuwe schepping, die plaatsvindt
in de wedergeboorte onder het Nieuwe Verbond, dan
beseffen we ook wat heiliging voor de gelovige betekent. |
|
|
De gelovige
wordt na de wedergeboorte apart gezet tot heiliging.
Zijn leven zal zijn tot eer van God! Het gaat er op dat
moment nog niet om of er al dan niet nog zonde in de
gelovige aanwezig is. Het gaat eerst en vooral om een
toestand van ‘verheerlijking
van Gods Naam’. Een
door God herschapen zijn, een door God gezegend zijn,
een door God geheiligd zijn! |
|
|
We kunnen
dit zo samenvatten: |
|
|
‘‘Al het
geschapene en zo ook het ’nieuwgeschapene in Christus’
dient door een daad van heiliging apart gezet te worden
voor het Koninkrijk Gods...’’ |
|
|
Dit sluit
volkomen aan op de stelling, dat we als kinderen Gods
direct vanaf onze bekering en wedergeboorte tot
heiliging geroepen zijn. Er is dus geen sprake van een
optie; er is geen
keuzemogelijkheid, maar
een normaal geestelijk
gevolg van de roeping
Gods in Christus. |
|
|
Als we zo
echt doordrongen raken van het goddelijk principe, dat
we met een heilige roeping geroepen zijn tot heiliging,
dan zullen we als Paulus gaan jagen naar de roeping,
waartoe we in Christus zijn gegrepen. |
|
|
|